Dit jaarverslag, dat ook de afsluiter is van het laatste jaar van de 12 mandaatjaren van Vlaams Ombudsman Bart Weekers, is anders opgebouwd dan de voorgaande. In dit jaarverslag worden de klachtenbeelden wat beknopter besproken. De ombudsman verwijst graag naar de verschillende bemiddelingsboeken – als bijlages bij zijn verslag – voor meer detail. 

In het eerste deel van het jaarverslag kijkt de ombudsman 'in de spiegel'. Hij blikt vanuit een helikopterperspectief terug op de voorbije 12 jaar van zijn mandaat, bij uitbreiding zelfs 22 jaar Vlaams ombudswerk, sinds 1999. Hij brengt een synthese van de krachtlijnen van de Vlaamse Ombudsdienst en beschrijft de evolutie die hij heeft waargenomen bij de uitoefening van zijn opdracht. 

Het tweede luik plaatst het zoeken naar oplossingen centraal. Hierbij merkt de ombudsman een evolutie op, door de jaren heen. In de beginjaren van de Ombudsdienst ging er veel aandacht uit naar de meetbaarheid, onder meer door de zogeheten ‘ombudsnormen’. Dat was een soort meetlat om de posities die de Ombudsdienst innam duidelijk te documenteren, in alle transparantie. De laatste jaren verdwenen die ombudsnormen meer naar de achtergrond, omdat ze de essentie – de bemiddeling – niet altijd dienden. Het inzicht was gegroeid dat bemiddelingswerk het meer van zachte vaardigheden als overtuigingskracht en gezag moest hebben en minder van een theoretische benadering, met het opgestoken vingertje. De ombudsman vestigt er wel de aandacht op dat er door de jaren heen een positieve evolutie is ontstaan waarbij de ombudsnormen beleidslijnen geworden zijn van de bestuursinstanties. Normeringen werden dus structureel opgepikt en eigen gemaakt door het beleid. 

Het derde luik gaat over ‘betrokken zijn, maar zelf ook loslaten’. Hier haalt de ombudsman een aantal voorbeelden aan waarbij de Ombudsdienst heel betrokken is bij concrete zaken en bij de geformuleerde beleidsaanbevelingen, zonder daarbij een uitgebreide eigen werking te ontwikkelen. Het is volgens de ombudsman de essentie van onafhankelijk ombudswerk met een breed mandaat.  

Het jaarverslag 2021 van Vlaamse Ombudsvrouw gender Annelies D’Espallier is een vervolgverslag van het lijvige rapport 'Genderkamer: 5 jaar wind in de zeilen', dat vorig jaar werd voorgesteld en een overzicht en analyse gaf van de doelen, het werk en de resultaten sinds de opstart van het Vlaamse gelijkheidsorgaan. Dit verslag scherpt die inzichten aan op basis van de 121 meldingen en klachten die de Genderkamer in 2021 ontving. 

Liesbeth Homans nam als voorzitter van het Vlaams Parlement de jaarverslagen in ontvangst samen met minister-president Jan Jambon. Liesbeth Homans bedankte ook uitdrukkelijk Vlaams Ombudsman Bart Weekers voor de dynamische invulling van zijn twee mandaten. De ombudsman kon jammer genoeg zelf niet aanwezig zijn op de voorstelling van het jaarverslag wegens de begrafenis van zijn vader.

De volledige voorstelling van het jaarverslag kan je hier herbekijken.