U bent hier
Minister Homans wapent lokale besturen in strijd tegen radicalisering

Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Liesbeth Homans (N-VA) gaat Vilvoorde, Antwerpen, Gent, Aalst, Maaseik, Menen, Zele, Oostende en Mechelen financieel ondersteunen in de strijd tegen radicalisering. Ze maakt daarvoor 568.000 euro vrij. “Gemeenten zijn de eerste partners in de preventieve aanpak van gewelddadige radicalisering”, aldus Homans. “De projectsubsidies moeten de gemeenten en steden dan ook helpen in het opnemen van hun regierol.”
Op 3 april 2015 keurde de Vlaamse Regering ‘het actieplan ter preventie van radicaliseringsprocessen die kunnen leiden tot extremisme en terrorisme’ goed. Met dat actieplan wil de Vlaamse Regering personen die het risico lopen om te radicaliseren zo snel mogelijk detecteren met als ultieme doel hen aan boord te houden van onze samenleving.
Acute radicaliseringsproblematiek
In navolging van dat actieplan schreef minister Homans begin juli een projectoproep uit met als doel de steden en gemeenten te ondersteunen in het opnemen van hun regierol in de preventieve aanpak van radicalisering. Er werden negen projecten geselecteerd – op basis van problematiek, aanpak, beoogde resultaten, duurzaamheid, planning, … - goed voor samen 568.311 euro. “Op deze manier maak ik de belofte hard om bijkomende ondersteuning te voorzien voor gemeenten met een acute radicaliseringsproblematiek.” Indien de begroting het toelaat zullen de projecten tot twee maal toe worden verlengd.
Radicaliseringsprocessen doen zich immers vaak voor in een lokale context. “Het is de taak van lokale overheden om zorgwekkende ontwikkelingen tijdig te signaleren en daarop te reageren. Zij staan bovendien het dichtst bij de burgers en zijn het eerste aanspreekpunt voor lokale diensten en organisaties. Vanuit hun regierol dienen zij te zorgen voor afstemming en samenwerking tussen alle relevante lokale partners.”
Vilvoorde krijgt 85.000 euro, Maaseik i.s.m. Dilsen-Stokkem 60.295,22 euro, Aalst 61.400 euro, Antwerpen 82.300 euro, Gent 71.041 euro, Zele 56.775 euro, Oostende 38.000 euro, Menen 58.500 euro en Mechelen 55.000 euro. “Het is dus niet de bedoeling dat de steden en gemeenten met dat geld allerlei nieuwe initiatieven opzetten maar wel dat ze vanuit hun rol als regisseur de aanwezige instrumenten (VDAB, jeugdwerk, onderwijspartners, welzijn,…) optimaal aanwenden en afstemmen op maat van hun gemeente, bijvoorbeeld door het organiseren van partnertafels of het aanstellen van een coördinerend radicaliseringsambtenaar”, sluit Homans af.