In haar woonbeleid besteedt Homans speciale aandacht aan domiciliefraude: in de eerste plaats van huurders die de sociale woning niet zelf bewonen en eventueel onderverhuren, maar ook van bewoners die niet ingeschreven staan op het adres van de sociale woning, waardoor ze ook niet bijdragen aan de huurprijs, niet meebetalen aan de woonlasten, en zo meer. Om die fraudeurs sneller op te sporen, worden gegevens die domiciliefraude kunnen aantonen voortaan uitgewisseld tussen de verschillende inspectiediensten: lokaal, regionaal en federaal. “Veel nuttige informatie kwam niet bij de juiste persoon terecht, ook omdat het simpelweg niet mocht”, betreurt Homans. Dat wordt nu aangepast: alle informatie die van nut kan zijn, mag gedeeld worden. Ook het systeem van administratieve boetes wordt vereenvoudigd. Vroeger kon een huisvestingsmaatschappij bij fraude vaak niet anders dan het huurcontract opzeggen, wat dan door de vrederechter al even vaak als een overdreven maatregel werd beoordeeld en tenietgedaan. Nu kan die huisvestingsmaatschappij gemakkelijker een boete opleggen, ook wanneer de huurder zich intussen opnieuw in regel stelde.

Kooprecht nieuwe huurders afgeschaft

Minister Homans schaft voorts het kooprecht af voor nieuwe huurders. “In het oude systeem kon de sociale huurder na vijf jaar zijn woning kopen. Iedere verkoop betekent een sociale woning minder op de huurmarkt. En dat terwijl de woning verkocht wordt aan de marktwaarde, zodat de sociale koper eigenlijk evengoed op de reguliere koopmarkt terechtkan.” Daarnaast zorgt het systeem voor praktische problemen. De minister geeft het voorbeeld van een socialehuisvestingsmaatschappij die een volledige straat wil renoveren, terwijl enkele woningen verkocht zijn aan huurders die niet willen renoveren. “Door het kooprecht op te heffen, kunnen de huisvestingsmaatschappijen hun patrimonium beter beheren.”

Tijdelijke huurcontracten

Nieuwe sociale huurders krijgen voortaan een huurcontract van bepaalde duur. “Dat kan na een periode van negen jaar beëindigd worden, als het inkomen van de huurder 25 procent of meer boven de inkomensgrens ligt”, legt de minister uit. “Zo zorgen we ervoor dat de zwakste huurders, die vandaag dikwijls op de private huurmarkt terecht moeten, sneller toegang krijgen tot de sociale huurmarkt. Kortom: wie een sociale woning het hardst nodig heeft, zal er ook het snelst toegang toe krijgen. Tegelijk zorgen we ervoor dat wie sterk genoeg is, doorstroomt naar de private huur- of koopmarkt.”

Onderbezetting vermijden

Nieuwe sociale huurders die in een te grote woning wonen, kunnen ten slotte ook hun huurcontract opgezegd zien. “Op die manier is de grootte van de woning zo goed als mogelijk afgestemd op het aantal bewoners. Een gezin hoort in een gezinswoning, een koppel zonder kinderen heeft voldoende aan een appartement met twee slaapkamers. We moeten onze sociale woningen zo efficiënt mogelijk gebruiken”, besluit minister Homans.